Geboorte verhaal geschreven door Elina Gerard
Uitgerekende datum
17 november, daar was hij dan. De dag waar we 9 maanden, 40 weken naar hadden uitgekeken. De dag waarvan we wisten: nu is het zover! En toen… gebeurde er niks. Iedereen bereid je voor op die dag waarop het allemaal zal gebeuren, niemand bereid je voor op de dag waarop helemaal niks gebeurt. Je kijkt er zo lang naar uit en voor je het weet is die dag helemaal voorbij. En komt de volgende dag, en de dag erna…
Voorweeën
40 weken en 3 dagen, iets wat ik nooit zal vergeten. Als zwangere vrouw is het belangrijk om te profiteren van genoeg slaap, je weet echter nooit wanneer de baby zich zal aankondigen. Ik had er dus helemaal geen schaamte in om pas rond 11u wakker te worden, die bewuste dinsdagvoormiddag 19 november. Ik was echter niet zomaar wakker geworden. Diep vanbinnen in mijn buik voelde ik iets borrelen. De eerste gedachte die door mijn hoofd spookte: ‘Oei, ik moet dringend eens naar het groot toilet, dat aambeitje (eye roll) zorgt ervoor dat dit al een aantal dagen niet is gelukt’. Zogezegd, zo gedaan en een aantal darmbewegingen later ging ik nog even soezen in bed voor mijn traditionele ‘Facebook-kwartiertje’ na het wakker worden. 15 minuten later kwam echter hetzelfde gevoel terug: geborrel in mijn onderbuik maar nu ook in mijn onderrug. Tiens, mijn darmen zijn precies toch niet zo leeg. En voor ik dit gedacht had was het gevoel alweer verdwenen. De zin om op te staan was ver verdwenen met het gedacht dat mijn darmen niet hun beste dag hadden. Uiteindelijk had ik de moed verzameld om recht te komen (wat gigantisch moeilijk is met zo’n dikke buik!) en me richting badkamer te begeven. Iets waar ik trouwens elke ochtend meer en meer naar uitkeek: die lekker warme douche na het opstaan. Zalig om te ontspannen. Tot… Ja hoor, dat krampje daar plots terug was. Pas op dat moment kwam voor de eerste keer het besef: Zouden dit misschien andere krampen kunnen zijn…
Vroedvrouw
Uiteraard wou ik mezelf nog niet al te veel valse hoop geven dus nam ik mezelf voor om nog even te wachten om de vroedvrouw te bellen. Wie weet was ik me wel aan het aanstellen en was er helemaal niks aan de hand. Tot het 13 uur werd en ik toch om het kwartier even op het puntje van de zetel moest zitten want dit waren toch wel die ‘menstruatieachtige’ krampen waarover mij werd verteld. Echter lees je op internet zoveel: het zit bovenaan in je buik, het zit onderaan in je buik, het zit in je rug, het kan ook in je benen zitten, … Op de duur weet je niet meer wat je moet geloven. Daarom: vertrouw op je intuïtie. Dit heb ik gedaan en uiteindelijk heb ik om 13u15 mijn vroedvrouw gebeld. Gelukkig: ze was thuis, ging eerst nog iets eten en dan langskomen. OEF!
Eenmaal toegekomen deed ze een onderzoek en blijkbaar was er in mijn buik toch wel iets aan het gebeuren. De kans dat het op gang aan het komen was, was groot. Al was die nog niet 100%. Er was nu eenmaal nog een kleine mogelijkheid dat dit plots allemaal zou stoppen. Waar ik wel zeker van mocht zijn is dat ik niet plots binnen het uur mama zou worden. Het zou wel wat tijd in beslag nemen. Terwijl de vroedvrouw nog bij ons kwam kreeg ik opnieuw een kramp, die we vanaf nu wel ‘voorwee’ mochten noemen. Met alle prenatale lessen in mijn hoofd begon ik gedreven te ademen: in – 2 – 3 – 4, uit 2 – 3 – 4 – 5 – 6, tot de wee over was. Maar probeer maar eens je eigen ritme te tellen terwijl je op de achtergrond een klok hoort tikken, slecht idee. Hop, alle ademhalingsoefeningen van de lessen overboord gegooid en met volle moed inademen door de neus, uitademen door de mond. Hoe meer pijn, hoe harder ik moest blazen. De vroedvrouw zette me op weg en ze zou rond 20u die avond terugkomen (Help, gaat het nog zolang duren?).
Jonas
Zoals eerder afgesproken ging ik Jonas op de hoogte houden van wat er aan het gebeuren was. Tegen 14u30 kreeg hij een telefoontje: Geen paniek, het is lichtjes begonnen maar je hoeft je niet naar huis te haasten want het is nog niet voor direct.
Ondertussen probeerde ik thuis mijn gedachten nog wat te verzetten met wat Netflix (al heb ik van die afleveringen van The Big Bang Theory niet veel gezien). Rond 15u30 kreeg ik telefoon: Jonas was onderweg naar huis. Hij vroeg hoe het ging en net op dat moment kwam er weer zo’n voorwee tevoorschijn. Een vluchtige ‘even wachten’ gaf hem het signaal dat hij even stil moest zijn. Of dat dacht ik toch… Niets zo irriterend als iemand die aan de andere kant van de telefoon een liedje aan het fluiten is terwijl jij een wee aan het wegblazen bent. Tijdens mijn gehele arbeid ben ik niet veel geïrriteerd geweest maar dit was toch een uitzondering. Een ‘haast je maar naar huis’ later werd de telefoon neergelegd. Uiteindelijk zag ik op de klok 16u20 verschijnen en dacht ik: oef, Jonas is bijna thuis. Die voorweeën kwamen ondertussen al met een 10-tal minuten tussen. Tot dat sms’je kwam: Ik ga eerst nog even tanken. En dan het volgende sms’je: de brug staat open… Rond 17u kwam daar dan uiteindelijk het verlossende geluid van een sleutel in het sleutelgat: mijn steun en toeverlaat was er!
Timen
Honger? Nee, dat heb je niet echt als je arbeid begonnen is. Toch is er instinctief iets in jou dat zegt: eet nog maar iets, want je hebt nog een zware periode voor je. Gelukkig was Jonas er om de spaghetti te koken en de saus op te warmen, terwijl ik in de zetel zat te ademen en te blazen. Tijdens het eten kwam Jonas met volgende wijsheid: ik heb een app op mijn gsm gedownload waarmee je je weeën kan timen, willen we dat eens proberen? Halleluja, graag! Met een simpele ‘het is daar’ of ‘jep’ wist hij hoe laat het was, drukte hij op de knop en begon de app te timen hoe lang de wee duurde. Bij de volgende wee gaf die ook aan hoe lang ertussen zat. Tot mijn grote verbazing kwamen die op dat moment (17u30) al rond de 5 minuten. De app bleef sporadisch meldingen geven dat het toch wel al tijd was om naar het ziekenhuis te vertrekken, wist die veel dat wij ervoor gekozen hadden om een deel van onze arbeid thuis te doen. We bleven dus gedwee weeën timen.
Ze komt, ze komt, …
Al een hele namiddag was ik aan het uitkijken naar de komst van de vroedvrouw en Doula om 20u. Maar toen werd het 20u10, en dan 20u20 en bij elke auto in de straat stond Jonas klaar om te kijken of ze er al was. Zwangere vrouwen in arbeid blijken heel ongeduldig te zijn dus ik stuurde een sms’je. Het verlossende antwoord kwam dat ze er binnen 10 minuten zou zijn. Mijn hart maakte een sprongetje (zowel van geluk als van een wee) toen Jana tevoorschijn kwam, samen met Cynthia. Het kon eindelijk beginnen…
In bad
Samen met de hen probeerden we heel wat posities uit. Wat voor mij echter het gemakkelijkste bleek was op het puntje van een stoel, de zetel, een bal, … gaan zitten, nijpen in de hand van de persoon die het dichtst bij mij zat en blazen, zo hard mogelijk (af en toe zelfs met een klein kreuntje erbij). Jonas had echter nog niet altijd door hoezeer ik hier nood aan had. De nacht begon in te gaan en ik stak mijn hand uit richting hem. Hierdoor wist hij meestal dat ik hem nodig had. Een wee duurt ook (normaal gezien) maar een minuut, dit is dus zo voorbij. Tot daar plots de opmerking ‘Ja wacht, eerst mijn koffietje nemen’ tevoorschijn kwam. Dit was irritatiemoment nummer 2…
Uiteindelijk besloten we rond 1 uur ’s nachts om in bad te gaan. Ik ging samen met mijn gevolg naar de badkamer waar Jonas ondertussen al een zalig warm bad had laten vollopen (boordevol schuim, even terzijde voor alle toekomstige papa’s: dat is niet zo’n goed idee). Die eerste minuten waren zalig, het leek alsof die kleine baby en baarmoeder besloten hadden om me even rust te gunnen. Stilte voor de storm… Op dit moment kwam bij mij de eerste realisatie dat een wee niet altijd was zoals er op internet beschreven werd: Ze duren 1 minuut, hebben een piekmoment en zwakken dan terug af. In bad had ik een wee die maar liefst 5 (!) minuten heeft geduurd. Bij elke piek hoopte ik dat ze eindelijk voorbij was en toch kwam ze elke keer terug, opnieuw en opnieuw en opnieuw… 3 personen zaten naar mij te kijken terwijl ik in bad zat, mee wachtend tot die oneindige wee nu eindelijk voorbij was. Toen kwam de verlossing en het laatste inwendige onderzoek: 5 centimeter! Vooraleer ik in bad was gestapt had ik mijn limiet aangegeven: hierna is het genoeg geweest en zou ik graag een epidurale hebben in het ziekenhuis. Met de wetenschap dat ik ondertussen de 5 centimeter opening had gehaald namen we de beslissing om me aan te kleden en richting het ziekenhuis te gaan. Dat aankleden liep echter ook niet van een leien dakje, die wee van 5 minuten kwam terug.
‘Een pikuure, en snel graag!’
Eenmaal geïnstalleerd in de auto kwam de schrik: hoe ga ik hier in godsnaam mijn weeën kunnen opvangen? Gelukkig kwam de vroedvrouw en de doula me nog een paar laatste bemoedigende woorden toespreken alvorens de deur van de auto werd dichtgegooid en we de rit richting Sint-Lucas hadden ingezet. Het verloskwartier werd door Jana op de hoogte gebracht en daarmee was haar nacht afgerond. Eeuwige dankbaarheid blijft het gevoel dat we hebben voor Jana en voor Cynthia, zonder hen was dit nooit gelukt.
Eeuwige dankbaarheid ook voor mijn lichaam die had beslist om in de auto mooie weeën van 1 minuut te laten doorkomen, zodat de rit naar het ziekenhuis relatief rustig verliep. Gelukkig was het 2 uur ’s nachts en stonden we op een dik kwartier aan de ingang van de spoed. Jonas ging vlug een rolstoel halen en daar gingen we op weg, richting verloskwartier. Buiten irritatie nummer 3 waarbij de normale lift richting 3e verdiep plots buiten werking was en Jonas helemaal niet doorhad dat er pijlen hingen naar de vervanglift, verliep deze tocht vlot. Eenmaal op de verdieping toegekomen kwam de vraag of ik graag nog in bad zou willen gaan, waarop mijn antwoord zeer snel kwam: nee, graag een pikuure, en liefst zo snel mogelijk! Ondertussen kreeg Jonas de taak om mijn identiteitskaart te zoeken in mijn portefeuille (die hij uiteraard niet kon vinden waardoor ik dit dus moest doen, midden in een wee) waarna we naar een kamer werden gebracht. 20 minuten later stond de anesthesist reeds klaar om die epidurale in te brengen.
Met je poep over het bed?
Hierbij kwam het tweede moment waarop ik helemaal niet voorbereid was: de positie die je moet aannemen op een verlosbed om een epidurale te krijgen. Met je poep over het bed, in een bolletje met een gigantisch buik en weeën die je om de 2 minuten bijna doen flauwvallen van de pijn. Ondertussen was de anesthesist niet zo gelukkig want ‘Mevrouw haar rug is niet genoeg gebold’ en ‘Juffrouwke, als jij niet voor mevrouw gaat staan gaat dat hier niet lukken ze’. 5 minuten later was alles in kannen en kruiken en kreeg ik de opdracht om op mijn rug te gaan liggen. Was ik blij dat dit achter de rug (pun intended) was. Ik had al regelmatig verhalen gehoord van vrouwen die in slaap vielen tijdens hun epidurale en ik had er nooit iets van geloofd. Tot ik zelf 10 minuten later aan het wegdommelen was. Wat deed dit deugd na al die uren afzien overdag!
En toen was het zover…
Om half 6 kwam de vroedvrouw binnen met de verlossende mededeling: ‘we gaan beginnen persen’. Plastic zeilen werden gespannen, mijn bed werd volledig omgebouwd, ik kroop met mijn benen in de beugels en daar lag ik dan, klaar om te bevallen. De laatste loodjes…
Nog iets waar je niet op voorbereid bent: In de film lijkt het alsof die vrouwen maar persen en persen en persen… In werkelijkheid lig je daar gewoon te wachten op je volgende wee, als je die al voelt. Mijn epidurale verdoving was namelijk nog niet volledig uitgewerkt waardoor ik geen idee had of er nu wel of niet een wee aan kwam. Met de vage zin ‘ik denk dat ik iets voel in mijn onderbuik’ kreeg ik de toestemming om voor de eerste keer te persen. Mijn eerste gedachte? ‘Dit is niet zo lastig, dat lukt me wel’. Dat had ik toch wat onderschat. Achteraf zou blijken dat ik telkens te vroeg in mijn wee aan het persen was waardoor ik soms 4 tot 5 keer opnieuw lucht moest happen om te persen. Uiteindelijk had ik dit wel door toen mijn epidurale uitgewerkt was maar toen was het al te laat. De baby kwam en keerde terug, kwam en keerde terug… Tot ik de vroedvrouw een telefoontje hoorde plegen: ‘Kom je even naar kamer 10? We zullen wat hulp nodig hebben’. Chapeau voor het professionele team in het ziekenhuis, op geen enkel moment was ik gealarmeerd.
‘We gaan een handje helpen’
De gynaecologe kwam een aantal minuten later de verloskamer binnen en gaf me volgende mededeling: ‘Goedemorgen mevrouw, we gaan jou een beetje helpen. De baby haar hartslag begint zich rond de 170-180 te begeven, dit is te hoog en zeker omdat je al een uur aan het persen bent. Haar hoofdje wil zich niet voorbij je schaambot begeven waardoor we de zuignap zullen moeten gebruiken. Geen paniek, je zal hier geen extra pijn door ondervinden. Wel zal ik hierdoor een knipje moeten plaatsen maar je zal hier helemaal niks van voelen’. Ik heb meermaals mijn beide handen gekust dat ik het geluk had om zo’n lieve gynaecologe te hebben die rustig bleef en stap voor stap vertelde wat er ging gebeuren. Die stap voor stap, daar stopte het eigenlijk voor mij. Het volgende kwartier verliep voor mij in een waas. Het enige wat ik me hier nog van kan herinneren is pijn, heel veel pijn. En in de achtergrond hoor ik mezelf nog vaag schreeuwen dat ik dat niet kan, dat dit toch echt wel veel pijn doet en het me nooit zal lukken. Dit moment had ik echt wel onderschat. Een vroedvrouw die op mijn buik duwde, Jonas die me ondersteunde in mijn nek terwijl ik perste, de gynaecologe die daar aan mijn onderkant van alles aan het manoeuvreren was, het mechanische geluid van de zuignap elke keer als die een beetje aan het meehelpen was, … Er gebeurt zoveel rondom je maar je bent slechts met 1 ding bezig: de geboorte van je kind.
Papa wou ze eruit halen!
En toen kwam daar een belangrijke aanmoediging: nog 2 keer persen en je dochter zal geboren worden. Gelukkig had de vroedvrouw onthouden wat we haar een aantal uur daarvoor hadden meegedeeld: papa wou zijn dochter op de wereld brengen. De gynaecologe gaf me de instructie om even te wachten met persen zodat Jonas zich kon klaarmaken. Die had echter nog niet helemaal door dat hij naast mij moest komen staan en ging prompt de plek van de gynaecologe innemen. Gelukkig was er genoeg personeel om hem rap op de juiste plek te laten plaatsnemen. Onze lieve dochter haar armen kwamen uit mijn lichaam, papa nam haar onder de schouders, ik kreeg de opdracht om nog 1 keer te persen (hoesten was eigenlijk ook al genoeg, het zwaarste werk was op dat moment wel voorbij) en om 6u45 was het dan eindelijk zover: Janne werd door haar papa op mijn buik gelegd, ze was eindelijk geboren.
Tranen met tuiten
Ik keek naar Jonas, Jonas naar mij en hij hield het niet meer. Tranen kwamen uit zijn ogen gesprongen, wat een mooi moment. Zijn tranen wegvegen ging precies wat moeilijker, zijn handen hingen namelijk nog vol met smeer van onze lieve dochter. Terwijl wij volop aan het genieten waren werd de vraag gesteld aan Jonas om de navelstreng door te knippen. Als een trotse en fiere papa nam hij de schaar vast en verwijderde de connectie tussen haar en mij, een connectie waarvan ik 9 maanden lang zo genoten had. Wenen deed Janne niet echt, eerder een paar kleine kreuntjes. Een kleine kneep in haar voet zorgde ervoor dat ze zichzelf heel even liet horen alvorens in een rustige slaap te dommelen. Ze had op dat moment hard genoeg gewerkt. De vroedvrouw haar shift was ondertussen afgelopen maar ze was zo vriendelijk om een kwartiertje langer te blijven zodat ze onze bevalling nog kan meemaken. We namen afscheid en bedankten haar uitvoerig voor alle hulp die we van haar hadden gekregen. Ondertussen waren de gynaecologe en de nieuwe vroedvrouw volop bezig om mijn onderkant te verzorgen. Het bloed uit de navelstreng werd opgevangen via een infuus, dit hadden we eerder beslist. Even had ik schrik dat ik nog eens goed ging moeten persen voor de nageboorte, gelukkig was dit niet nodig. Ik voelde een vol gevoel daar onderaan en voor ik het wist was mijn placenta er al uit. De gynaecologe nam rustig de tijd om ons te vertellen waar precies de vliezen gebroken waren en waar de placenta nu precies in mijn baarmoeder had vastgehangen.
Draadje hier, draadje daar
En daar kwam het volgende pijnlijke moment: hechtingen. Er werd me meegedeeld dat ik moest aangeven als ik ergens pijn had, er kon namelijk nog een plaatselijke verdoving gegeven worden. In mezelf dacht ik: ‘Pijn? Ik heb net een kind op de wereld gezet, hoe pijnlijk kan het zijn…’. 2 onaangename momenten later heb ik toch maar die verdoving gevraagd. Met de volgende woorden van de gynaecologe erop volgend: Aha maar dat plekje kan ik niet verdoven, even op je tanden bijten. Een halfuur later was gelukkig alles in kannen en kruiken. Het duurde wat langer dan normaal aangezien ik blijkbaar wel een goede bloeding had van mijn knip (en van mijn scheur, die ik blijkbaar aan de andere kant had opgelopen). Ik zou het dus zeker in de gaten moeten houden want er was wel een geringe kans op nabloedingen. Nadat ze ons proficiat had gewenst verliet ze de kamer. Ook de vroedvrouw liet ons even alleen zodat wij de kans hadden om nu eindelijk van onze dochter te genieten…